
Villa Butenlust
1910, circa In het landelijk gebied, de Berglustlaan was nog niet aangelegd...
Villa Buitenlust werd in 1884 aan de Straatweg 283 gebouwd als woonhuis voor de familie van notaris W.L.M. de Kadt (of: De Kat), dit naar een ontwerp van de architect was Jacob Isaäc van Waning. Geheel volgens de toen geldende normen en opvattingen in een historiserende neorenaissancestijl. Het pand was een woning tot 1915.
Op 1 mei 1915 begon C.N.A. Loos een theeschenkerij in de villa. In 1920 verkocht hij de villa aan de gemeente Hillegersberg, die zeer toe was aan een nieuw raadhuis. Vanaf 8 juni 1921 was het een overheidsgebouw met bestemmingen als raadhuis, hulpsecretarie en deelgemeentekantoor. Na een grote renovatie in 2006 werd het pand door de gemeente in 2014 verkocht; nu is in het pand de kinderopvang 'Kindergarden' gevestigd.
Tekening: Leo Mak
De familie De Kadt liet de Villa Buitenlust bouwen en woonde er vanaf 1884. In 1912 kwam de villa in bezit van de familie van de stuwadoor Frans Swarttouw. Swarttouw zette de villa in 1913 weer te koop. C.N.A. Loos, die ook bemiddelde in de aankoop van onroerend goed, zou de villa Buitenlust kopen in opdracht van een bevriende relatie. Deze zag echter van de koop af, waarna Loos besloot het pand zelf te kopen. Loos liet hier eerst de hem bevriende George Watson en familie een jaar wonen. Watson was directeur van de G. Watson's en Zoon's Vijlenfabriek en Slijperij N.V. in het Kleiwegkwartier, hij noemde de villa de "Villa Sweet-home". Vervolgens woonde Loos er zelf, ook maar kort: hij vond het niet prettig als woning omdat de villa te groot en te koud was.
Loos begon in 1915 in de villa een theeschenkerij annex hotel. De zaak kreeg een exclusief karakter en werd de 'Theeschenkerij en Sociëteit Plaswijck". Aanvankelijk was er groot enthousiasme over de chique uitstraling van de villa en het terras en de prachtig aangelegde wandeltuinen naar de Plas met een vijver en een zwaneneilandje. Er was ook een takkenprieel op de plaats waar later Paviljoen Plaswijck zou komen. Aan de overkant van de Straatweg was een overtuin van Plaswijck die door liep tot aan de Voorplas. Loos noemde die overtuin 'Sido-Ardjo', naar de plek in Nederlands Indië waar een zoon woonde. De theeschenkerij werd commercieel echter geen groot succes, de uitspanning werd waarschijnlijk al na de zomer van 1918 opgeheven. Loos verkocht in 1920 het pand aan de gemeente Hillegersberg. De gemeente verbouwde het tot Raadhuis en nam het op 8 juni 1921 in gebruik. In de hal werd een gedenksteen aangebracht met de namen van de burgemeester, de wethouders, de raadsleden en de gemeentesecretaris.
Het aantal inwoners van de gemeente groeide snel. Reeds in 1928 kwamen ideeën op het raadhuis uit te breiden met een bescheiden aanbouw en met de verbouwing van de zolder. Daar kwam niet van, maar de uitbreidingsnoodzaak groeide. In 1937 kwam een plan voor de aanbouw van een volledig nieuwe vleugel, in 1939 werd geconstateerd dat ook dit te weinig was en een geheel nieuw raadhuis zou moeten worden gebouwd. Over de locatie was men het eens: aan de plas, ongeveer op de plaats waar nu de Freericksplaats uitkomt op de Weissenbruchlaan.
Nadat Hillegersberg in 1941 door Rotterdam was geannexeerd werd het pand na de oorlog hulpsecretarie en zetel voor de toen ingestelde wijkraad. Na enkele andere bestemmingen werd het in 1982 het kantoor van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek en dependance van de gemeentebibliotheek. Op 19 september 1984 was er brand in de bibliotheek: een forse schade. In 2003 werd in opdracht van de gemeente Rotterdam een bouwhistorisch rapport over het pand uitgevoerd, medio 2004 volgde de opdracht het restauratieplan verder uit te werken. In 2006 werden de werkzaamheden aan het casco afgerond. Het pand werd te klein voor de deelgemeente, aanbouwplannen strandden, de deelgemeente verliet het pand ca. 2008.
Het stevig gerenoveerde pand werd door de gemeente te koop gezet. Met een voorwaarde: het pand moest trouwlocatie blijven. Lang werd gespeculeerd over een nieuwe functie. Zo waren er plannen voor een museum voor Maarten Toonder en voor het inrichten als ambtswoning voor de burgemeester van Rotterdam. Het pand werd verkocht aan een vastgoedbedrijf, die het vervolgens in de verhuur deed. Het kinderopvang 'Kindergarden' werd de huurder. De beneden-zijzaal werd ingericht als trouwlocatie.
1910, circa In het landelijk gebied, de Berglustlaan was nog niet aangelegd...
1913 Villa Buitenlust bewoond door Watson, hij noemt de villa "Villa Sweet-Home".
1915 Het takkenprieel in de tuin van van de Theeschenkerij, op de plaats waar later Paviljoen Plaswijck zou worden gebouwd
Kamer van de burgemeester, achter het bureau: burgemeester De Villeneuve (ca. 1922)