Bergsche Verlaat en Boterdorpse Verlaat

Schutsluizen van de Rotte

Al vele eeuwen waren er twee schutsluizen van en naar de Rotte.

Het Boterdorpse Verlaat verbindt de Rotte met de Strekvaart en het Bergsche Verlaat verbindt wat zuidelijker de Rotte met de Bergse Voorplas. Het Bergsche Verlaat wordt ook het Berg en Broekse Verlaat genoemd. Beide sluizen zijn rijksmonument.

Het Bergsche Verlaat

Het Berg- en Broekse Verlaat is nog steeds in gebruik als schutsluis tussen de Rotte en de Bergse Voorplas. Voor de ontvening van wat nu de Bergse Voor- en Achterplas zijn was hier al een sluis waar de toenmalige tochtsloot op de Rotte aansloot. Deze sloot liep vrijwel kaarsrecht naar de Vlietsloot, de grens met Schiebroek, en werd gebruikt voor het vervoer van landbouwproducten. Bij het verlaat stond de poldermolen 'De Uil'. Deze molen had samen met de Prinsemolen te weinig capaciteit om de Bergse Voorplas afdoende te bemalen, De Uil werd in 1881 vervangen door een stoomgemaal, en later door een elektrisch gemaal.

Op 26 november 2012 werd begonnen met de vervanging van de brug bij het verlaat. De nieuwe, compleet stalen, brug heeft een gelijkaardige vormgeving, maar heeft een breder rijvlak zodat hulpdiensten er makkelijker overheen kunnen. De werkzaamheden duurden bijna een half jaar, in die tijd was er een vervangende brug vanaf de Prins Bernhardkade en liep naar de punt van het schiereilandje voor de ingang van het Aegir.     

Op de onderzijde van de brug was in 2022  het gedicht "Hart voor de plas" van Tanja Helderman geschilderd:

er is een toekomst - een wereld te winnen
in actie te komen, vandaag te beginnen
zolang er nog afval gedachteloos rondzwerft
en achteloos achtergelaten
laat dan tenminste de kansen niet liggen
op straat, op de kade, op 't water
er is een keuze - een steen bij te dragen
te bouwen aan nu en te werken aan later
er is een doel - een zeil in de top
een heldere missie, de noodzaak voorop
er is een toekomst om stil bij te staan
en niet weg te kijken, maar bruggen te slaan

Het Boterdorpse Verlaat

Het Boterdorpse Verlaat, een eeuwenoud sluisje. Het is de verbinding tussen de Rotte en de Strekvaart. De Strekvaart vormt de scheiding tussen de Berg- en Broeksepolder en de Boterdorpse polder. Vandaar de naam het Boterdorpse Verlaat.

De vroegst bekende vermelding van een sluis "op een wornvormig aanhangsel van de Butterdorpse polder" is van 1624. Uit 1683 en 1691 zijn aankondigingen bekend waarin het Boterdorpse Verlaat wordt genoemd in verband met sluiting voor doorvaart vanwege reparatie. Het huidige sluisje werd in 1740 gebouwd. Destijds voeren spoelingschepen met moutafval en gerstenat van de Schiedamse en Rotterdamse jeneverstokerijen en bierbrouwerijen door het sluisje naar de veehouders in Hillegersberg, Bergschenhoek en Bleiswijk. De schepen voeren terug met mest die werd verkocht aan tuinders langs de Rotte. In 1933 was sprake van onttrekking van de vaart aan de binnenscheepvaart, toen werd ook de ophaalbrug aan het einde van de Dorpsstraat vervangen door een duiker.

Het sluisje heeft nog steeds de constructie van de sluizen uit de 18e eeuw. De sluismuren zijn namelijk niet gemetseld, maar van hout. Het bouwwerk is bovenlangs voorzien van houten jukken. Een vergelijkbare sluis in de buurt is het Bleiswijkse Verlaat. Via het Boterdorpse Verlaat wordt water van de Rotte in de Strekvaart ingelaten. Het stroomt dan verder langs de Streksingel, via een duiker onder de Dorpsstraat door en bij de Grindweg de Ringvaart in.

Zo'n 200 jaar heeft de familie Vente de sluis bediend. Rond 1920 nam Albert Vente (1886-1971) de taak van sluiswachter op zich. Hij was de laatste Vente. Albert Vente verdiende zijn brood als huisschilder en met name in de wintermaanden als rietmattenvlechter. Vente woonde op enkele meters van de sluis. Na 25 jaar voor schepen en de waterstand te hebben gezorgd heeft Albert Vente de dienst van de gemeente Rotterdam verlaten. Hij bleef als vrijwilliger in functie, tot zijn 85ste. Nadat Vente gestopt was, nam André Tabink het werk van vrijwillige sluiswachter over. De sluiswachter woonde aan de andere zijde van de sluis in de sluiswachterswoning. Deze werd omgebouwd tot een riante woning waar het trotse jaartal 1772 op prijkt. Sinds 1998 is er geen vaste sluiswachter meer, maar wordt zo nu en dan controle en onderhoud uitgevoerd door een medewerker van het Hoogheemraadschap. 

Tegenwoordig wordt het sluisje slechts door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard gebruikt in het kader van watermanagement om het water van de Rotte in de polders tussen Bleiswijk, Bergschenhoek en Hillegersberg te laten stromen. Bij een teveel aan polderwater worden de nieuwe gemalen ingezet. 

In 1979 startte de gemeente Rotterdam een restauratie. Nadat het sluisje na 30 jaar weer in verval was geraakt, werd deze ca. 2010 grondig gerestaureerd en in de oorspronkelijke staat teruggebracht.

Berg  en Broekse Verlaat k

Berg- en Broekse Verlaat

ca. 1950

Berg- en Broekse  Verlaat

2012 De nog niet vervangen 'oude' brug

Berg- en Broekse Verlaat

Richting Rotte

Berg- en Broekse Verlaat

2021 Richting Bergse Voorplas

Boterdorpse Verlaat

2021 Richting Rotte

Berg- en Broekse Verlaat

2022 Gedicht van Tanja Helderman op de onderzijde van de klep