Op 30 januari 1932 opende Hermanus (Herman) Exler (1904- 1972) zijn apotheek aan de Dorpsstraat 96, naast de uitspanning Freericks. Enkele jaren later verhuisde hij naar de nieuwbouw die op de plaats was gekomen van het in 1936 afgebrande Freericks.
Apotheek Exler, Bergse Dorpsstraat 101, was een begrip in Hillegersberg en omstreken. Herman Exler was ook een spil in het katholieke verenigingsleven in Hillegersberg; in 1934 was hij medeoprichter van de S.V.D.P..
Eind 1972 werd de apotheek overgenomen door J.A. van der Graaff.
Foto: 1969
Op 30 januari 1932 opende Herman Exler zijn apotheek aan de Dorpsstraat 96. Ook zijn vader was apotheker: hij had een apotheek aan het Noordplein. De apotheek aan de Dorpsstraat grensde uitspanning Freericks. Achter de winkel was het woonhuis met een uitbouw, waar in 1934 de oudste dochter van Herman Exler en Gertruida (Truus) Exler-Lucas werd geboren. Dat Herman Exler en zijn gezin op de Dorpsstraat 96 woonde en werkte zou overigens maar van korte duur zijn. In januari 1934 brandde Freericks af. Het pand van Exler bleef gespaard omdat de brandweer het nat kon houden. Op de plek van Freericks werden enkele nieuwe panden gebouwd. Exler betrok een pand als apotheek, tevens woonhuis. In een ander pand kwam banketbakkerij Pöckel. Later werd het adres van de apotheek Bergsche Dorpsstraat 101.
Exler was sociaal actief in Hillegersberg, hij was al snel na de vestiging van de apotheek actief verbonden aan de Padvindersvereniging "De Jonge Wacht". De padvinders wilden, met het ouder worden liever voetballen, "De Jonge Wacht" werd vervangen door sportvereniging. Zo werd Herman Exler een van de oprichters, en was vanaf juli 1934 de eerste voorzitter, van de rooms-katholieke Sportvereniging "De Pioniers" (S.V.D.P. ). In de beginjaren was het een vereniging in de brede zin van het woord. Naast sporten zoals voetbal, handbal, tennis, turnen, hockey en gym kon men er terecht bij een toneelclub, een zangkoor en een reisvereniging. De clubkleuren waren geel en blauw (de kleuren van de vlag van Hillegersberg). In de eerste jaren van de S.V.D.P. werden alle vergaderingen gehouden in de apotheek Exler en werd de voetbalkleding gemaakt door mevrouw Exler. De basis voor De Jonge Wacht/ De Pioniers werd gelegd op het terrein waar nu de Hillegondaflat staat (Chabotlaan 1) staat. Vroeger was hier de boerderij met een groot stuk grond van Vermeulen.
De hockeyafdeling werd opgericht in 1938, maar moest enkele jaren later ten gevolge van een bisschoppelijk besluit worden gescheiden van de sportvereniging S.V.D.P. Een zelfstandige vereniging onder voorzitterschap van Herman Exler werd gevormd. in de Parochiegids van St. Liduina van 1949 stond een advertentie voor de R.K. Sportvereniging "De Pioniers": voetbal, hockey turnen; aanmelden bij drs. H. Exler.
Exler kreeg in 1940, samen met J.H. Bouman, J.G. Dorpmans en W.J. Jongeneel, van de gemeente Hillegersberg de verantwoordelijkheid voor de exploitatie van de sportterreinen.
Een andere activiteit in Hillegersberg was zijn inzet voor Bond Zonder Naam, een organisatie, in 1938 opgericht door pater Henri de Greeve, die zich inzette voor mensen die het moeilijk hebben. De bond zorgde voor verbinding binnen de katholieke gemeenschap. Exler was voorzitter van de vergaderingen die bij hem in de apotheek plaatsvonden, hij was nauw betrokken bij de organisatie van de Sint-Nicolaasfeesten en toneelstukken. De toneelstukken werden opgevoerd in Lommerrijk.
Kort na de viering van het 40-jarig bestaan in 1972 overleed Herman Exler aan een beroerte. Truus Exler, die zich ook altijd erg voor de S.V.D.P. had ingespannen, werd in maart 1972 erevoorzitter van de S.V.D.P. Bij het 50-jarig bestaan van de SVDP is veelvuldig stilgestaan bij haar oprichter, Herman Exler.
Mijn ervaring met apotheek Exler en de apotheker Exler begon in 1961/ 1962. Via een advertentie koos ik voor deze apotheek in Hillegersberg omdat hij als enige mijn kamerhuur van 25 gulden per maand wilde betalen. Toch een mooie aanvulling op het CAO salaris van die tijd (175 gulden?).
Ik werkte met twee van zijn acht dochters, later kwam ook één van de twee zoons in de apotheek werken. De heer Exler werkte zelf altijd hard mee. Hij was best streng en verwachtte van zijn personeel, maar zeker ook van zijn dochters, de volle inzet. Een sluitingstijd van half zes kenden we nauwelijks. We sloten de deur als de laatste patiënt zijn medicijnen opgehaald had en dus werd het vaak 7 uur of half 8 in de avond voor we naar huis gingen.
Ik genoot een groot vertrouwen van 'de baas'. Hij nam alleen een dagje vrij als ik er was en de opdracht had 'een oogje in het zeil te houden'. in 1965 trouwde ik en in 1970 raakte ik in verwachting van mijn zoon. Het was zo druk in de apotheek dat ik ook in de zes weken voor de bevalling parttime bleef doorwerken. Hij belde me één dag voor de uitgerekende datum op met de vraag of ik de volgende dag kon komen werken. Mijn antwoord was: Áls de bevalling morgen 5 juni niet begint, kom ik. Helaas moest ik hem de volgende ochtend al vroeg laten weten dat ik verstek moest laten gaan. Ik dacht toen dat het einde van mijn dienstverband in zicht was. Niets bleek minder waar. Mijn verbazing was groot, toen ik de tweede termijn van mijn salaris ophaalde en er een vol maand salaris in het zakje zat (ik had recht op totaal zes weken). Meneer Exler zei tegen mij: "Ik blijf je betalen tot je weer terug kunt komen". En hij deed wat hij zei. Na vier maanden voelde ik me verplicht weer te gaan
werken.
De heer en mevrouw Exler waren inmiddels verhuisd van de bovenwoning aan de Bergse Dorpsstraat naar een appartement aan de Weissenbruchlaan. Een kamertje op de lege bovenverdieping werd ingericht als babykamer. Ook de nachtdiensten werden toen door mij gedaan. Mijn man en zoon gingen dan gewoon mee. Alle voorzieningen waren aanwezig en het was ook veiliger om er niet alleen te overnachten. Ik heb veel te danken aan de heer Exler en heb er altijd met plezier gewerkt.
Het overlijden van de heer Exler heeft me destijds erg geraakt. Ik had het gevoel dat m'n vader overleden was.
Opgetekend door Joke Weemering-Scholing.