Hillegondalied

Souvenir aan Hillegondsberg

Toen Hillegond, een reuzenmaagd, van Hollands duinenrand,
onschuldig werd van huis gejaagd, nam zij een schootvol zand.
zij zocht een plaats voor 't souvenir van haren dierbren grond,
en 't lieve meisje stichtte hier (bis)
den berg van Hillegond (bis)

 Maar treurend op den heuveltop, blonk in haar oog een traan.
Toen hief zich Rottes stroomgod op met al haar leed begaan.
"Wees welkom sprak hij -schoone maagd Waartoe zo droef geschreid?
Uw naam dien deze heuvel draagt. (bis)
zal klinken wijd en zijd. (bis)

 Dit oord, door mijne hand besproeid, wordt u een lieflijk dal,
waar jong en oud, als gij vermoeid. zijn leed vergeten zal.
de grijsaard dart'lend met de jeugd in 't weeldrig plantsoen.
zal 't minnend paartje vol geneugt '(bis)
zien lachen in het groen. (bis)

 Uw heuvel, door uw traan gewijd tot een geheiligd oord.
wordt eens de plek, waar haat nog nijd den kalmen vrede stoort;
en 't zij natuur des zomers lacht, of van haar arbeid rust,
den berg wordt bij het nageslachth (bis)
der stedelingen lust. (bis)

 Wat Rotte's stroomgod heeft voorspeld is 't alles zo geschied?
Wie kent in Schielands grazig veld het vriend'lijk Bergje niet?
O, stille dreven, schoone laan langs veld en spieg'lend meer,
de wand'laar tot u opgegaan (bis)
zingt Hillegond ter eer. (bis)

Luister naar het Hillegondalied