110-Morgen is een polder van ca. 85 ha. die in 1772 is drooggemaakt. De eerste plannen voor grootschalige woningbouw in de polder dateren al van 1933 met het Uitbreidingsplan in Hoofdzaak Hillegersberg.
110-Morgen is een wederopbouwwijk. Om het bebouwingsbeeld van de buurt te laten aansluiten bij de vooroorlogse bouw van Hillegersberg stelde Van Traa dat de wijk een "wat vriendelijker architectonisch karakter moest krijgen dan bijvoorbeeld Zuidwijk of Carnisse". Het uitbreidingsplan van 1955 voor 110-Morgen voorziet daar in. Naast de aanleg van het Argonautenpark onderscheidt de wijk zich door relatief veel groen.
Rond de eeuwwisseling is een groot deel van 110-Morgen geherstructureerd en zijn 'lege plekken' volgebouwd.
foto: 1956 Nieuwbouw in 110-Morgen
Vooraf
De naam van de polder 110-Morgen verwijst naar de landmaat die overeenkwam met een stuk grond dat vroeger in een morgen kon worden omgeploegd. De wijk is, historisch gezien, 110 morgens ploegen groot. 110 morgens komen overeen met ca. 85 ha. Met de drooglegging van het gebied is in 1772 begonnen; in 1780 was de inpoldering een feit.
Het Uitbreidingsplan in Hoofdzaak Hillegersberg van 1933 bood voor 'den kleinen man' kleine woningen. Aan deze woningen was een nijpend tekort in de stad Rotterdam en omgeving. Daar kwam bij dat de economie verslechterde en de behoefte aan goedkope woningen groot was. De ruime maten van de kavels en de in de bouwverordening vastgestelde minimum breedte van de woningen maakte de bouw van kleine woningen onmogelijk; het plan moest worden herzien. In 1939 kwam een nieuw plan met eengezinshuizen met hellende daken, met een ander beloop van de hoofdwegen en een op elkaar aansluitend groensysteem van de aangrenzende gemeenten. In 1941 maakte architect L.N. Krijgsman jr. in opdracht van de woningbouwvereniging Onze Woning een ontwerp voor 340 woningen in de polder. Door de bouwstop in 1942 werd dit plan in de ijskast gezet.
Na de oorlog bleken de plannen achterhaald en werd een nieuw plan gemaakt. Het plan van 1939 bood onvoldoende mogelijkheden om aan grote vraag naar vooral arbeiderswoningen te voldoen. In 1949 kwam een nieuw ontwerp. De hoofdstructuur van 110-Morgen volgt niet de richting van de polderverkaveling, maar heeft een noord-zuid oriëntatie. Met een ontsluiting aan drie zijden: in het zuiden een nieuwe weg, in het noorden de Verlengde Molenlaan en in het oosten de 'Amazonelaan', zijnde de verlengde Maarten Dijkshoornlaan.
De bouw vanaf 1952
In 1952 kreeg het Architectenbureau Kuiper, Gouwetor en De Ranitz de opdracht om in samenwerking met Architectenbureau Tol, Noordhoek & De Ruyter het uitbreidingsplan in de polder '110 Morgen' te bebouwen met circa 1150 woningen. Het was de bedoeling een gezamenlijk een plan te maken, maar dat lukte niet tot een gemeenschappelijk architectuurstandpunt te komen. De wijk werd verdeeld. De bebouwing in 110-Morgen is door een samenwerking tussen de gemeente Rotterdam en woningstichting ‘Onze Woning’ tot stand gekomen. Uiteindelijk worden er door 'Onze Woning' 1134 woningen gebouwd, samen met 18 winkels en een dokterspraktijk. Kuiper, Gouwetor en de Ranitz ontwierpen 360 portiekwoningen, 120 galerijwoningen, 35 bejaardenwoningen, 20 eengezinswoningen en 21 maisonnettes. Tol, Noordhoek & De Ruyter ontwierpen minder portiekwoningen, maar meer eengezinshuizen. 87% van de woningbouw was in 3 of 4 woonlagen. De wijk was een typisch naoorlogse arbeiderswijk bestaande uit in stempelstructuur gebouwde lage flats, eengezinswoningen in systeembouw en veel openbaar groen.
Het gebruik van baksteen is zo veel mogelijk vermeden, omdat de gemeente wilde dat weinig arbeidsintensieve materialen zouden worden gebruikt. Zo werd de achtergevel van de galerijwoningen van Kuiper, Gouwetor en De Ranitz ontworpen met vrijwel geheel houten puien. In 110-Morgen is voor het eerst in Rotterdam het woonpad ingezet als hoofdontsluiting van portieketageflats. De ruimte tussen de stroken is niet een gemeenschappelijke tuin, maar is openbaar groen.
In het Uitbreidingsplan Honderdtien Morgen van 1955 kwam de noordelijke ontsluiting met een Verlengde Molenlaan te vervallen. Bij de uitvoering is de ontsluiting via de Maarten Dijkshoornlaan overigens nooit tot stand gekomen. Dit stedenbouwkundig plan leidde tot de gewenste woningbouw. In tegenstelling tot de meeste andere Rotterdamse wederopbouwwijken bestaat het ontwerp niet uit een aantal herhaalde wooneenheden, maar uit één samenhangend geheel: één totaalcompositie. Te midden van randvolumes zijn portiek- en etagewoningen consequent noord-zuid georiënteerd en de laagbouw oost-west. De hoofdopzet is in 'bajonetvorm', dat wil zeggen dat de middenas halverwege iets verschuift; dit geldt voor de hoofdwegen (Minervalaan en Amazonelaan) zowel als voor de delen van de wijk.
Door de vraag naar goedkopere woningen was een aanzienlijk hogere bebouwingsdichtheid onontbeerlijk. Veel jonge gezinnen woonden, in 'de stad' in bij andere mensen en waren dringend op zoek naar eigenwoonruimte. De bouw in 110-Morgen bood een uitkomst, ook voor arbeiders die in de toekomstige gebieden als de Spaanse Polder zouden gaan werken. Om het open karakter van Hillegersberg zoveel mogelijk te kunnen behouden, werd uitgegaan van gestapelde bouw die moest aansluiten bij de bestaande bebouwing in Hillegersberg. Het besluit om meer eengezinswoningen te bouwen, paste in het streven naar een open bebouwing, aansluitend bij het landelijke karakter van Hillegersberg. De gemeente wilde zo min mogelijk arbeidsintensieve materialen gebruiken, baksteen is zoveel mogelijk vermeden. De gestandaardiseerde betonelementen (vloeren èn dragende muren) zijn zichtbaar in de gevels en werden ingezet om de gevel te 'geleden'. Overigens werd bijzonder metselwerk bij de bouw van 110 Morgen wel degelijk toegepast op gevelelementen die niet geprefabriceerd konden worden: zijgevels, portiekafsluitingen, entrees, bijzondere portiekontsluitingen werden met zorg gedetailleerd.
De straatnaamgeving was bijzonder: 'Hillegersberg vol Griekse Goden en helden' stond op de voorpagina van "Hier Rotterdam" op 2 december 1955 naar aanleiding van de bespreking in het College van B&W, een week eerder, van de straatnamen. Alle Goden worden besproken en het artikel eindigt met: "Straks zal de zon stralen over een nieuwe landelijke maar ook modern aangelegde woonwijk. Een welkome aanwinst voor ons gelukkig nog altijd arcadisch Hillegersberg. Er komen in 110-Morgen vele woningen waarin men met graagte zal intrekken. Ook al woon je dan in de Medussastraat of aan het Cerberuspad!".
Het plan voor 110-Morgen voorzag ook in een buurthuis, in enkele tientallen bejaardenwoningen en in een aantal vrije speelterreinen. Er was in de plannen van 1955 geen sprake meer van het verlengen van de Molenlaan tot in 110-Morgen. Het zwembad ‘Het Zwarte Plasje’ werd in het bestemmingsplan gehandhaafd. Er kwamen scholen met een streekfunctie zoals de Tooropschool, Julianaschool, de Driemaster, de scholengemeenschap Caland en de openbare basisschool Argo. Humanitas bouwde een kliniek aan de Achillesstraat waar de architect Jan Kranendonk op elke verdieping een wintertuin ontwiep opdat de verpleegden het contact met de natuur zouden kunnen behouden. Die wintertuinen zijn er echter niet gekomen omdat de voorzitter van de ziekenhuisraad, dr. B.Th. de Jong er het nut van betwijfelde. Humanitas bouwde ook het Gerrit Spronkershuis. Even verderop verrees het bejaardenhuis Arcadia.
Op 18 mei 1956, de Nationale Opbouwdag, kregen de eerste bewoners de sleutels van hun woning. De bouwwijze, systeembouw, was een primeur. De overhandiging vond plaats in het bijzijn van de minister Witte van Wederopbouw en Volkshuisvesting en wethouder Meertens. Het winkelcentrum aan de Junolaan bestond uit twee blokken van 21 winkels met 42 bovenwoningen. Op de hoek van de Junolaan en de Eratostraat kwam een Co-op. Bij de jeugd was de patatkraam 'The corner' populair, evenals de snackbar 'Obelix' aan de Minervalaan.
"Toen ik 11 was, in de winter van 1957, verhuisden we naar 'de' 110-Morgen en kreeg ik een eigen kamer! We hadden een douche, een veranda en veel meer vrijheid. Onder in het portiek, waar wij op de eerste etage woonden, was een kelderruimte met kolenhok en een gezamenlijke kelder waar de fietsen van de zes bewoners werden gestald. In Hillegersberg, waartoe 100-Morgen behoorde, had men liever gezien dat het tot Schiebroek hoorde, want 'het tweede Crooswijk', zoals de wijk al snel werd genoemd, hoorde natuurlijk niet bij het deftige Hillegersberg.".
Met de bouw in 110-Morgen komen er (te) veel kinderen op de Emmaschool. De Emmaschool krijgt een dependance aan het Midaspad. In 1958 wordt dat de Morgensterschool, als zelfstandige school. Deze school is echter geen lang leven beschoren, in 1972 wordt deze samengevoegd met de Emmaschool, het gebouw van de Morgenster wordt een dependance van de Juliana-Mavo.
Het Architectenbureau Kuiper, Gouwetor en De Ranitz ontwierp ook het Calandlyceum dat integraal deel uitmaakt van de buurt 110-Morgen.
Vernieuwing van 110-Morgen
Een belangrijke wijziging in het bebouwingsbeeld is de renovatie van woningen in de jaren 1980 en 1990. De oorspronkelijke verwante bebouwing werd door de nieuwe architectonische verschillen teniet gedaan. De Eucalyptushof wordt in 1982 opgeleverd. Het laatste grote ambitieuze project van 'Onze Woning' is de bouw van 86 woningen in het Jasonpark in 1996. Het noordelijke gedeelte van de wijk 110-Morgen maakt deel uit van de grotere Vinex-locatie 'De Limieten' en is in de periode 1998-1999 bebouwd.
De naoorlogse woningen zijn na 50 jaar gedateerd. Om de wijk aantrekkelijker te maken vindt er aan het eind van de 20ste eeuw een grote herstructurering in opdracht van 'Onze Woning' plaats. Door middel van sloop en herbouw wordt de wijk aangepast aan de hedendaagse wooneisen. Het stedenbouwkundig plan van architect Roelf Steenhuis omvat de nieuwbouw van 250 huurwoningen en 150 koopwoningen. Op 7 april 2004 namen de werkzaamheden een aanvang met de feestelijke sloop van de 'Ajaxflat'. Ongeveer de helft van het aantal woningen in 110-Morgen wordt gefaseerd gesloopt. Het winkelcentrum aan de Junostraat in het zuiden van 110-Morgen bestaat niet meer, evenmin als de Eratostraat. Koop- en huurwoningen in verschillende prijsklassen worden teruggebouwd. De nieuwbouw die wordt gerealiseerd is in een veel luxer segment dan voorheen. In 110-Morgen-Noord wordt de Lamsrustlaan aangelegd, met daaraan verschillende appartementsgebouwen 'in het water' en grote vrijstaande woningen. De naam van de laan verwijst naar de in 1768 voltooide en in 1855 afgebroken Hillegersbergse buitenplaats Lamsrust, dat overigens niet op de plaats heeft gelegen waar nu de straat is.
Het geheel vernieuwde Minervaplein wordt in 2009 opgeleverd als het hart van de wijk. De gerenoveerde woningen aan de Orionstraat worden in 2014 opgeleverd. Nu zijn er enkele zaken op het Minervaplein en zijn er winkels aan de Argonautenweg. Daar is o.a. een grote supermarkt van Albert Heijn gekomen. Overigens zijn de bewoners van 110-Morgen aangewezen op het winkelcentrum in 'het oude dorp'.
Op 13 oktober 2017 is Arcadia een 'Huis van de wijk', een ontmoetingsplek voor de mensen uit de wijk. Vaak ook een plek waar activiteiten kunnen worden gevolgd en waar advies en hulp wordt gegeven. Bij de opening werd gevraagd een levensmotto of een quote op een tegeltje te schrijven. De tegeltjes zijn opgehangen bij de ingang. Er is ook een tegeltje van burgemeester Aboutaleb en van wethouder Hugo de Jonge.
1956 110-Morgen in aanbouw (tekening Charles J. Kemper in Rotterdams Nieuwsblad)
1958 Bejaardenwoningen en portiekwoningen vanaf Minervalaan nabij Agamemnonstraat (gezien naar het noorden)
1958 Galerijwoningen en eengezinshuizen nabij Ajaxstraat (gezien naar het zuiden)
1958 Eengezinshuizen vanaf Minervalaan nabij Agamemnonstraat (gezien naar het noorden)
1959 Overzicht over de wijk, boven (het oosten) de Grindweg en rechts (het zuiden) de Argonautenweg