Jan Pieter Hendrik Dhont was gemeentesecretaris van Schiebroek van 1916 tot 1924. Na het aftreden op 1 september 1924 van Burgemeester De Villeneuve solliciteerde hij naar het ambt van burgemeester. Hij werd, ondanks dat hij niet bij een politieke partij was aangesloten, nog in 1924 benoemd tot burgemeester. Dhont bleef naast het burgemeesterschap ook gemeentesecretaris. Zijn intrede was op zaterdag 22 november 1924. Dhont bleef in functie tot het opheffen van de gemeente per 1 augustus 1941.
Graag wilde Dhont het burgemeesterschap blijven vervullen. Hij solliciteerde enkele malen tevergeefs. Nadat hij lid was geworden van de NSB was een sollicitatie naar Sliedrecht wel succesvol. Na de oorlog werd hij oneervol ontslagen.
Al een maand na het aftreden van burgemeester De Villeneuve op 18 september 1924 gingen er binnen Schiebroek stemmen op de gemeente door Rotterdam te laten annexeren. Vele Rotterdamse forensen waren daarvan voorstander, de tegenstanders waren te vinden in de landbouwsector. Er werd een comité gevormd om een referendum te houden. Schiebroek bleef zelfstandig, de vacature werd opengesteld. Er waren twee kansrijke kandidaten: burgemeester Van Meetelen van Bergschenhoek, die Schiebroek er wel bij wilde doen, en de gemeentesecretaris van Schiebroek Dhont. Het werd Dhont.
De burgemeester Dhont bleef ook gemeentesecretaris en was ook hoofd van politie en ambtenaar van de burgerlijke stand. De hoogste ambtenaar was de "commies-chef ter secretarie". De bezoldiging van een burgemeester van een kleine gemeente was bescheiden. Bij een sollicitatie werd ook gekeken naar de financiële positie van betrokkene. Van Dhont werd in de voordracht gezegd: "Zijn financiële omstandigheden zijn gunstig. Voor hem geldt dat de betrekking secretaris en burgemeester verenigd in één persoon gewenst moet worden geoordeeld".
De intocht op zaterdag 22 november ter gelegenheid van de installatie van J.P.H. Dhont als burgemeester van Schiebroek begon met een bijna twee uur durende rondrit door de gemeente met diverse stops voor een toespraak, een zanghulde van schoolkinderen en de overhandiging van een boeket bloemen. Die stoet bestond uit vier rijtuigen met drie of vier personen, familie van Dhont en leden van de gemeenteraad en daartussen drie keer twee leden van de erewacht. "Voorop ging veldwachter Naayen, gezeten in een zijspanwagen van een motorrijwiel. Daarna twee leden van de erewacht en in het eerste rijtuig de burgemeester.". Om kwart over twaalf werden de burgemeester en enkele familieleden welkom geheten aan de grens van de gemeente op de hoek van de Uitweg en de Kleiweg. De eerste toespraak kwam aldaar uit de mond van de voorzitter van het Comité van Ontvangst, het raadslid T. Tieleman. Daarna ging de tocht over de Kleiweg richting spoor, met een stop voor de school, waar de kinderen de burgemeester toezongen. Bij het Stationskoffiehuis stond het bestuur van de Mandolinevereniging Oefening baart kunst. Verder ging het langs de Kleiweg, Scherpendrechtsekade, Achterweg (de huidige Erasmussingel met de toen nog aanwezige spoorwegoverweg) naar de Ringdijk. Voor café In 't Zonnetje stonden de meeste bewoners van de Achterweg en de Ringdijk. Vervolgens vond in het raadhuis aan de Kleiweg 47 de installatievergadering plaats, waarna als afsluiting een receptie en een diner met de leden van de gemeenteraad.
Het College van B&W telde twee wethouders. Binnen het College van B&W van Schiebroek nam wethouder J. van der Eijk (C.-H.) een belangrijke positie in. Hij was z'n 15 jaar wethouder van Openbare werken en Algemene zaken en 1e locoburgemeester. Andere wethouders waren o.a. J.C. van Dam (Gem. bel.) in de periode 1931-1935 en A.J. van Lieshout (R.-K) in de periode 1935-1939.
Tot de jaren '30 was er slechts één gemeenteveldwachter, maar met de uitbreiding van het inwonertal, breidde ook het politiekorps uit. In 1934 was er een uitstekend georganiseerd politiecorps, bestaande uit een hoofdagent van politie 1e klasse en 3 agententen 2e klasse". Dhont had in Schiebroek verschillende erefuncties zoals erevoorzitter van de Vereeniging voor Ziekenhuisverpleging en erevoorzitter van de Neutrale Montessori-schoolvereeniging.
Voor zijn burgemeesterschap was Dhont als vrijgezel blijven wonen op de Boezemstraat 34, de dienstwoning van zijn vader, de directeur van het slachthuis. Dhont verhuisde naar de Adrianalaan 120. In het gemeentehuis hield hij op werkdagen spreekuur van 10 tot 12 uur. Naast hem bestond het College van Burgemeester en wethouders uit twee wethouders. De gemeenteraad telde (inclusief de wethouders) aanvankelijk zeven, later elf raadsleden.
De gemeente Schiebroek werd met ingang van 1 augustus 1941 opgeheven. Enkele maanden daarvoor, op 30 april 1941, besloot de gemeenteraad van Schiebroek een plein naar de burgemeester te noemen. Vanwege zijn latere verleden als NSB-burgemeester van Sliedrecht besloot het college van B&W van Rotterdam na de oorlog het J.P.H. Dhontplein te hernoemen in het Lariksplein.
1919 Jhr. V.H. de Villeneuve wordt burgemeester van Schiebroek, Dhont (voorste rij rechts) is gemeentesecretaris
1931-1935 College van B&W, v.l.n.r.: J. van der Eijk, J.P.H. Dhont en J.C. van Dam
1935-1939 College van B&W, v.l.n.r.: J. van der Eijk, J.P.H. Dhont, A.J. van Lieshout en G.J. van der Knaap (1e ambt. ter secretarie)
1936 Wethouder J. van der Eijk gehuldigd: 12,5 jaar wethouder. V.l.n.r.: A.J. van Lieshout, J.P.H. Dhont en het echtpaar Van der Eijk (met cadeau: schilderij van Kees de Voogt)
1941 De laatste vergadering van de gemeenteraad (aan het hoofd van de tafel: Haremaker, Dhont en Tieleman