Lommerrijk

(1655- heden)

In 1655 kocht het Rotterdamse vroedschapslid Jacob Jacobszn. van Couwenhoven land met het oogmerk een buitenplaats te stichten. Het land ligt in de Berg en Broekpolder aan de oostzijde van de Bergweg (nu: Straatweg) tot aan de Rotte toe. Dit Lommerrijk ligt dus op een andere plaats dan het latere (en huidige) Lommerrijk dat aan de westzijde van de Straatweg ligt. 

In 1783 kochten Johann Steenlack, schout, en Jakob Dijksman, ambachtbewaarder, Lommerrijk. Een week na de aankoop braken zij het af. Blijkbaar werd er aan de westzijde van de Straatweg een nieuw Lommerrijk gebouwd. Dit werd in 1880 gekocht door met echtpaar Romein-Trommel. Lange tijd stond Lommerrijk bekend als "Vrouwe Romein". 

Foto: Plaats Lommerrijk gezien vanaf de Bergse Achterplas

Lommerrijk, een extra welaangelegde buitenplaats

Het oudste Lommerrijk
Het 'eerste' Lommerrijk aan de oostzijde van de Bergweg werd gesticht door Jacob Jacobszn. Couwenhoven en ging vervolgens over naar zijn zoon, Jacob Jacobszn. Couwenhoven jr. In 1673 kwam Lommerrijk in handen van Jacob Gerardszn. Visch, secretaris van Rotterdam. Het bleef in handen van de familie Visch tot 1767, toen werd het gekocht door de brouwer Nicolaas Beeldemaker. De buitenplaats bestond uit een herenhuis, een koetshuis, een tuinmanshuis, een bouwmanshuis met schuur, hooibergen en broeikassen. Beeldemaker was slechts 6 jaar eigenaar en bewoner, in 1783 verkocht hij Lommerrijk aan Johann Steenlack, schout, en Jakob Dijksman (ook wel: Jacob Dijxman), ambachtbewaarder. Een week na de aankoop braken zij het af met doel het perceel te verkavelen en te verkopen. 
Van het Lommerrijk van toen is een plattegrond en zijn mogelijk twee schilderijen bewaard gebleven. De plattegrond van het landgoed was gemaakt ten tijde van het eigendom van Beeldemaker en toont een indrukwekkende grote formele tuin. Op de schilderijen is de tuin en een deel van de gevel van het huis afgebeeld. Een van de schilderijen is van Ludolf de Jongh, schilder en schout van Hillegersberg. 

Het oude Lommerrijk
Johann Steenlack en Jakob Dijksman verkochten PLommerrijk in 1880 aan het echtpaar Romein-Trommel. Het was toen een groot huis, waar de heer Romein een timmermanswerkplaats naast had. Zijn vrouw, Adriana Romein, startte achter het pand  een theetuin met kinderspeelplaats en later ook een café. Al spoedig werd Lommerrijk een drukbezocht café. Er waren schommels en rekstokken. In 1894 werd Lommerrijk gekocht door de gebroeders W.A en A.W. Stal. In de 'Tuin van Stal' werden ook roeiboten verhuurd. Stal bouwde een nieuw café waarvoor de eerste steen werd gelegd in 1896. Later werd de naastgelegen vaart gedempt en een grote Lommerrijkzaal gebouwd. De twee broers Stal dempten de naast het gebouw gelegen vaart en gaven opdracht voor de bouw van een grote zaal voor dansfeesten, congressen, vergaderingen en sportevenementen. De architect Piet Buskens (1872-1939) maakte al in 1894 het ontwerp van een koetshuis, in 1895 van een ijstent, in 1896 van een koffiebuitenhuis en in 1902 van de feestzaal. De zaken gingen goed, op sommige dagen waren meer dan 50 kelners in de weer. Lommerrijk blijft groeien en uitbreiden. Later werd A.C. Lengkeek (1879-1954) de huisarchitect van Lommerrijk.

De exploitatie ging door ook toen het in 1915 in eigendom overging aan Cornelis Blad. Begin jaren '20 wilde Blad Lommerrijk verkopen aan de rooms-katholieke kerk, het bisdom Haarlem was op zoek naar een locatie alhier voor een kerk en een klooster. Dat was niet naar het zin van veel bewoners van Hillegersberg; een groep rijke Bergenaren richtten snel de N.V. Lommerrijk op en kochten zo het pand en de bijbehorende grond. In de jaren die volgden ontwikkelde Lommerrijk zich tot het centrum van het sociale leven van Hillegersberg. Allerlei maatschappelijke stromingen kozen Lommerrijk voor hun bijeenkomsten, exposities, concerten en feesten. De prominent aanwezige vrijmetselarij hielden hun bijeenkomsten in de grote zaal van het oude Lommerrijk. In de oorlog was de serre van het restaurant een populaire plek voor hoge Duitse officieren die er regelmatig kwamen dineren. 
 
Na het bombardement op Rotterdam in mei 1940 werden in Lommerrijk duizenden daklozen opgevangen. Ook was Lommerrijk tijdens de oorlog het onderkomen van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. In de tuin aan de plas gaven de orkestleden geregeld een concert. Na de oorlog bleef Lommerrijk een belangrijke ontmoetingsplaats voor Hillegersberg en omgeving. 

In 1973 kwamen Lommerrijk en de circa veertig weekendhuisjes die op de landtong in de Bergse Achterplas waren gebouwd in handen van Sporthuis Centrum. Sporthuis Centrum wilde op de landtong een groot nieuw recreatiecentrum bouwen waar permanent kon worden overnacht. Daarvoor kwam geen toestemming, Sporthuis Centrum liet Lommerrijk vervolgens verloederen. Het hoofdgebouw brandde op 17 juni 1976 af en het koetshuis een jaar later.

Het huidige Lommerrijk
De resten van het oude Lommerrijk werden afgebroken. Lommerrijk leek verdwenen, maar in 1978 kwamen er een restaurant, vier zalen en twaalf bowlingbanen: de basis van het huidige Lommerrijk zoals we het gebouw nu kennen. Het was een nieuw, functioneel, pand werd aan de Straatweg 99. De restaurantfunctie verdween, de exploitant concentreerde zich op de zaalverhuur, bijeenkomsten, bruiloften en partijen. De bowlingbaan bleef. Het pand is omringd door enkele terrassen, een groot eigen parkeerterrein en kent een prachtig uitzicht op de Bergse Achterplas. Op de landtong zijn sinds 1973 vier perfecte graveltennisbanen en het clubhuis en een zonnig terrasvan de RLTC Lommerrijk.

1676 Lommerrijk Ludolf de Jong k

Lommerrijk

1676 Tuin en huis van (waarschijnlijk) Lommerrijk door Ludolf de Jongh

  Bekijken  
Lommerrijk, plattegrond Ns. Beelemaker aan de Molensloot 1767 1783 Ak

Lommerrijk

Ca. 1780 Plattegrond van het landgoed Lommerrijk

  Bekijken  
1976 Lommerrijk na brand k

Lommerrijk

1976 Lommerrijk na de brand. Foto: Alex de Herder

  Bekijken