Marius de Jongere (Amsterdam, 4 juli 1912 - Rotterdam, 30 juni 1977) was de pseudoniem van de Marinus Johannes Drulman. Hij was de zoon van de etser (en fotograaf) Marius Janssen (1885-1957). De Jongere volgde avondlessen aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Rotterdam.
De Jongere maakte tekeningen, etsen, aquarellen, litho's en olieverfschilderijen. Hij werkte in naturalistisch-impressionistische stijl. Zijn schilderijen van de grote van de Rotterdamse haven waren (en zijn) populair. Daarnaast schilderde hij landschappen, zee- en stadsgezichten, portretten en bloemstukken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog signeerde hij met "Drulman".
De Jongere werd geboren in Amsterdam (1912) , maar groeide van jongs af aan in Rotterdam. Vanaf 1926 woonde het gezin in Hillegersberg, aan de Juliana van Stolberglaan 3. Hij ging naar de ambachtsschool en leerde voor meubelmaker, maar koos er voor kunstenaar te worden. Vanaf 1933 had hij zijn eigen atelier aan de Van Slingelandtlaan. Na zijn huwelijk in 1939 woonde hij aan de Prins Bernardkade 44b. In 1952 verhuisde De Jongere met het gezin naar de Burgemeester De Villeneuvesingel 18, het atelier kwam toen aan huis. In de voorkamer verkocht hij werk aan particuliere belangstellenden. Ook leverde hij werk aan de kunsthandel, o.a. bij de gebr. Koch op de Lijnbaan en Au Caveau. In 1963 kocht de Amerikaanse vicepresident Lyndon B. Johnson daar werk van De Jongere. Vanuit zijn huis liep hij zo de polder in; hij schilderde graag de Hillegersbergse molens en de Bergse Plassen.
N.B. De afbeeldingen zijn met toestemming van de erven van M. de Jongere geplaatst.
1942 aquarel. Uitzicht vanuit de zolderkamer aan de Prins Bernardkade op de Bergse Voorplas en het Berg- en Broekse Verlaat