Terbregge is altijd onderdeel van Hillegersberg geweest. Het is een buurtschap met een eigen gemeenschap en geschiedenis. In 1747 en opnieuw in 1775 werd een groot deel van het buurtschap door brand verwoest en vanwege geldgebrek vond herbouw slechts gedeeltelijk plaats. De korenmolen 'De Vier Winden' (1776) staat er nog steeds.
Kaart van de Rotte door Jan Potter, 1566, uitsnede waarop o.a. de brug over de Rotte, de Ommoordse Laan en de Ommoordse Verlaten te zien zijn.
De brug staat centraal in de geschiedenis van Terbregge
Terbregge ontleent haar naam aan de brug over de Rotte, 'bij de brug' of te wel 'Terbrugge', later verbasterd tot Terbregge. Dit voert terug tot het eind van de 13e eeuw: in het jaar 1282 is op een kaart van Jan Jansz. Potter al sprake van Ter Bregghe. Het gehucht omvatte toen tien huizen, enkele watermolens en een korenmolen. Een eenvoudige overbrugging van de Rotte moet er al ruim voor 1282 hebben gelegen om een goede verbinding te hebben tussen Ommoorden en Hillegersberg. De brug wordt ook genoemd in een oorkonde van 12 november 1320 waarin Dirck Boeckel, ridder, de schout van Zevenhuizen en de schout van Rotten uitspraak doen over een geschil over eigendom en onderhoud van de brug.
In 1645 wordt dan bestaande brug vervangen, het wordt voor het eerst een beweegbare brug: 'een brug met een wip', vanaf 1646 moest tol worden betaald voor het openen van de brug. Sinds het midden van de 17e eeuw is de vaste brug over de Rotte vervangen door een beweegbare brug. Terbregge bleef klein, Van den Hoonaard meldde dat Terbregge in 1731 19 woningen telde. Terbregge is twee maal vrijwel volledig afgebrand, in 1747 en op 22 augustus 1775. De brand in 1775 werd veroorzaakt door het vuur opvloog uit een hagelgieterij die tussen de korenmolen en het Verlaat stond. De molen en maar liefst 19 huizen en 18 grote gevulde turfschuren vielen ten prooi aan de vlammen. Het jaar daarop werd de huidige stenen molen 'De vier Winden' gebouwd.
In 1888 is een nieuwe smalle ophaalbrug in gebruik genomen, maar die is in 1936 ingestort: een bus van de TOD (Terbregse Omnibus Dienst) passeerde, een ketting brak, de brug stortte in en was onbruikbaar. In 1938 is de brug die over de Strekvaart stond tussen de Dorpsstraat en de Grindweg, en daar overbodig was geworden, verplaatst naar Terbregge. Deze derdehands brug (was 'begonnen' bij Lommerrijk) is op 5 augustus 1939 door de burgemeester van Hillegersberg, Van Kempen, geopend. Deze dag is de verjaardag van Prinses Irene, zij werd daarmee de naamgeefster van de brug. Tijdens de oorlogsjaren heette de brug de Terbregschebrug. Het oude brugdek uit 1939 werd in 1988 in een weekend vervangen. Voor voetgangers en fietsers was toren een alternatieve brug aangelegd. In 2005 is de brug weer vervangen en verbreed en van fietsstroken voorzien, de naam bleef 'Prinses Irenebrug'.
Als je vanuit Hillegersberg voor de brug rechtsaf gaat, richting molen en sluisje vind je een stukje Terbregge dat qua aanzien niet wezenlijk is veranderd. Aan de rechterzijde van de Terbregse Rechter Rottekade waren er veel winkelpanden, nu alle verbouwd tot woonhuis. Het eerste grote gebouw links (163), was vroeger een gymnastieklokaal, gebruikt door de Openbare en Christelijke School en door verenigingen. Op zondagsmiddag was daar ook de padvinderij, de Cornelis Trompgroep 14 van de Strekkade. De twee mega-woonpanden links zo'n 50 meter verderop (159 en 137), zijn gebouwd op de plaats waar vroeger de boerderij van Hein Hofman zat en later garage Hoppezak/'Irenebrug'. Qua uiterlijk doen ze denken aan het gebouw van de Coöperatie verderop, links van de Gereformeerde kerk (129). De Coöperatie 'De Eendracht' is opgericht aan het begin van de 20e eeuw. Nadat het gebouw overbodig was, omdat tuinders hun goederen op andere manieren konden aanbieden, is het gebruikt door A.C. Hoogendam, groothandel in Levensmiddelen. Nu is het gebouw in gebruik door SV Interieur. Rechts van de Gereformeerde kerk was de Christelijke Lagere School. Na de verhuizing naar de Heybergstraat in ± 1961 is het schoolgebouw en de kerk gebruikt door de firma Bossche, sloperij voor de opslag van onderdelen. De vier lokalen die dwars tegen de Rotte aan waren gebouwd, zijn gesloopt en de voorste twee lokalen zijn verbouwd tot het huidige woonhuis, aanvankelijk bewoond door de heer Albers, directeur van FOKA, die later ook het het gebouw van het garagebedrijf had overgenomen met als doel om daar een museum in te richten van oude radiotoestellen. Tegenover de lagere school stond de kleuterschool met rechts van de kleuterschool het woonhuis van het schoolhoofd. Enkele panden verder naar rechts was het kantoor van de Coöperatie, later was daar ook een kantoor van de Boerenleenbank gevestigd. Op het pand staat nog het woord 'Kantoor' geschilderd.
Butterdorp
Op de grens van Hillegersberg en Terbregge bevindt zich het Boterdorpse Verlaat, een oude en niet meer gebruikte schutsluis, waar een klein buurtje ontstond: 'Het Butterdorp'.
Buitenplaatsen bij Terbregge
Rigaes Rust was de naam van een vroeg 18e-eeuwse boerenhofstede tussen de Rotte en de veenplassen ingeklemd. Hoffland verkocht de hofstede aan Cornelis van der Does in 1731. De beschrijving luidde: "Een erve met huys, bargh en schuur, potinge ... ende gelegen in den Rotte". Van der Does bouwde een nieuw, groter, huis: een verdieping met een mansardedak erop, direct aan de Rotte gelegen. Hij noemde het huis Riges Rust vanwege zijn handel op de Baltische landen. In 1753 werd 'het voornaeme Buyten-Huys en al 't gene daartoe is behoorende' verkocht aan mr. Jan van Teylingen. Rigaes Rust is waarschijnlijk bij de grote brand van Terbregge in 1775 verloren gegaan.
Een ander buitenhuis in Terbregge was Het huis van Klumpes, de molenaars van Terbregge. Het huis is in 1776 (net na de grote brand) gebouwd door Arie Klumpes, de rijke molenaar uit Terbregge. De naastgelegen molen 'De vier winden' was ook zijn bezit. Het huis komt door vererving bij Pieter Klumpes en bij Arie Klumpes. Mogelijk is het huis gesloopt bij de aanleg van de nieuwe brug over de Rotte in 1888.
Horeca in Terbregge
De jaarlijkse foto-expositie van de historische commissie Terbregge was in 2024 gewijd aan de (verdwenen) horeca in Terbregge. Er was aandacht voor de café’s, zoals Café de Prins (het huidige de Prins van Terbregge) en café Plasbos aan de
Terbregseweg. Verder nog café Bok (of de Witte Hoepel aan de Ommoordseweg), het café van Henk van Driel op de hoek van de Terbregseweg en de Bergse Linker Rottekade en het café van Jan Maarten Breekweg aan het Prinsemolenpad.Ook was er een paneel met informatie over het in 1939 door Leen M. Hoogendoorn opgerichte Café-biljart 'Vanouds het Huis Terbregge' aan de Hoofdweg 149. In 1969 werd dit café 'opgekocht' door de gemeente ten behoeve van de bouw aan de Hoofdweg.
Voedseldroppings
Terbregge is bekend vanwege de voedseldroppings vanaf 29 april 1945, er is het 'Monument voor operatie Manna-Chowhoundt' voor opgericht. Dit monument is een stalen sculptuur een stapel voedselpakketten in de buik van een vliegtuig verbeeldt.
Ook is Terbregge vandaag de dag bekend als verkeersknooppunt.
Planvorming rond Terbregge
In 1950 is het ‘Uitbreidingsplan in Hoofdzaak’ Terbregge vastgesteld. Met het uitbreidingsplan trachtte de gemeente Rotterdam de stad te verbinden met de randgemeenten. Deze gebieden zouden moeten uitgroeien tot één groot, nauw met elkaar verbonden en op elkaar ingesteld woonwerkcomplex.In het uitbreidingsplan werd rekening gehouden met de verlegging van de spoorbaan en het toekomstige tracé van de rijksweg richting Gouda die in het zuiden van Terbregge werden gedacht. Woningbouw werd in het gebied ten noorden van de bestaande kern geprojecteerd. Tomeloze lintbebouwing langs de wegen moest worden tegengegaan. De overige terreinen waren voor agrarische doeleinden bestemd Ten zuiden van de Ommoordseweg was een recreatieterrein ontworpen.
Het Streekplan Rechter Maasoever (1964) dat bij besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland in 1964 werd vastgesteld, projecteerde een aantal infrastructurele ingrepen die voor Terbregge verstrekkende gevolgen zouden hebben. De verlenging van de rijksweg 3 (de latere A20) vanuit Gouda in de richting van Vlaardingen zou Terbregge scheiden van Crooswijk en Kralingen. De verlenging van rijksweg 16 richting zou Terbregge scheiden van de nog te bouwen woonwijk Ommoord. Waar de rijkswegen 3 en 16 elkaar zouden kruisen, werd een groot knooppunt gedacht. Door deze ingrepen zou Terbregge ingekapseld raken tussen de Rotte en de twee rijkswegen. Bovendien zou Terbregge worden doorsneden door twee secundaire, maar stedelijke wegen: de Kleiweg zou naar Ommoord worden doorgetrokken en de Boszoom naar het noordelijk gedeelte van Terbregge.
In het Streekplan Rechter Maasoever werd uitgegaan van een recreatieve bestemming van de Bergse Linker Rottekade en het noordelijk gedeelte van Terbregge. Het zuidelijk gedeelte werd gereserveerd voor de bestemming bijzondere bebouwing. Het gebied ten zuidwesten van de Terbregseweg was in gebruik als volkstuinencomplex. Het duurde tot de jaren tachtig voordat de plannen concreter werden. In een voor Rotterdam-Noord opgestelde structuurnota kwam de geïsoleerde ligging van Terbregge aan de orde. Er werd niet alleen gedacht aan de verbetering van het openbaar vervoer, maar ook aan de bouw van ruim tweeduizend woningen met voorzieningen. De bestaande historische kern werd opgevat als de hoeksteen van het woonmilieu. De nieuwe woningen, voorzieningen, industrie en volkstuinen werden geprojecteerd rond de historische kern. Voor het zuidelijk gedeelte van Terbregge bestond het idee een golfbaan aan te leggen. Deze plannen werden maar zeer ten dele realiteit.
In 1972-1973 werd rijksweg 3 verlengd. Het Terbregseplein verbond rijksweg 16 als een half turbineplein met rijksweg 3. De Boszoom werd gedeeltelijk doorgetrokken en kreeg aansluiting op de Terbregseweg en de President Rooseveltweg.
Rond 1985 werd een 20-tal woningen gerealiseerd rond De Wulft. In 1990 was wederom sprake van weer een wat grotere uitbreiding van Terbregge. Deze keer een tuinstad met driehonderd woningen waarbij werd geprobeerd om het landelijke
karakter van het gebied te handhaven en de recreatieve functie als belangrijke schakel in de groene as van het Kralingse Bos naar de Rottemeren te versterken. De tuinstad zou voornamelijk uit eengezinswoningen aan woonpaden, singels en
boezemsloten bestaan. Door de Vinexnota (1991) werden de uitbreidingsplannen van terbregge concreet. Halverwege de jaren negentig werd Terbregge aangewezen als binnenstedelijke Vinexlocatie voor de bouw van 860 woningen.
Nieuw-Terbregge
Ingeklemd tussen de Rotte en de noordelijke ruit om Rotterdam werd al in 1993 een 'duurzame wijk' gepland. Een compacte 'milieusparende' wijk op een smalle strook polderland van 21 ha. Aan weerszijden van de bebouwing, bij de Rotte en bij de A20 is groen gebied uitgespaard elk met een eigen karakter. Royale waterpartijen zorgen voor een natuurlijke scheiding van het woongebied met de omgeving. Veel nieuwe woningen staan op schiereilandjes in het water. Veel aaneengesloten oppervlaktewater zorgt voor een goed zelfreinigend vermogen. Nieuwe technieken werden in de woningen toegepast voor energieverbruik: zuidoriëntatie, isolatie, zonneboilers, mini-warmtekracht en het benutten van zonne- en bodemwarmte. Het project Nieuw-Terbregge kreeg in 1997 de status van 'Europees voorbeeldproject van energiebesparing en duurzaam bouwen' (THERMIE).
In november 1998 ging voor de eerste woning in de Vinexlocatie Nieuw-Terbregge de eerste paal in de grond. Voor het coiördinerend opdrachtgeverschap van Nieuw-Terbregge werd projectontwikkelaar Proper Stok gevraagd. Nieuw Terbregge werd een groen woongebied met circa 850 woningen. In Nieuw-Terbregge is ook het jeugd- en amateurcomplex van de Rotterdamse voetbalvereniging Sparta.
Nadere informatie
Voor een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis en de ontwikkeling van Terbregge wordt verwezen naar:
1. De website van de Historische Commissie van de Bewonersorganisatie Terbregge's Belang en
2. De Cultuurhistorische verkenning Terbregge van de gemeente Rotterdam (zie website gemeente Rotterdam of op te vragen bij SHHS).