De molendriegang van Schiebroek

(1772-1914)

Op 5 augustus 1772 verleenden de Staten van Holland en West-Friesland vergunning voor de droogmaking van de veenplassen ten noorden en ten westen van het dorp Hillegersberg. Na droogmaling in 1780 ontstonden de polders Schiebroek en 110-Morgen. 

Voor de bemaling van de polder Schiebroek werd een gang van drie schepradmolens aangelegd. De drie molens bevonden zich in een rechte lijn vanaf de Kastanjesingel via de Wilgenlei naar de Achterplas. 

Meer details en afbeeldingen over de molens in Hillegersberg staan onder andere in het "Groot Rotterdams molenboek, deel 2 Noordoost, Zuid en West" (2013). 

Bron kaart: Groot Rotterdams molenboek, deel 2. 

Van bouw tot sloop

Na de vergunningverlening op 5 augustus 1772 voor de drooglegging van de veenplassen ten noorden en ten westen van Hillegersberg werd om het plassengebied een dijk aangelegd en werd de Buyte Watering uitgegraven tot een ringvaart. Het oostelijk deel van de dijk is de huidige Ringdijk. Loodrecht op de ringdijk en ringvaart (langs de tegenwoordige Wilgenlei) werd een molendriegang aangelegd. De molens werden aanbesteed op 4 november 1772. De bouw vond plaats van 1773-1777. De drie schepradmolens pompten het water uit de droogmakerij naar de ringvaart die in verbinding staat met de Bergse Plassen en de Rotte. Elke molen kon het water twee meter omhoog brengen. De ondermolen stond bij de hoek van de huidige Kastanjesingel. De middelmolen, ook wel tussenmolen genoemd, bevond zich nabij de hoek van de Meidoornsingel. De bovenmolen stond ten westen van de Ringdijk en sloeg het water uit op de Bergse Achterplas. Deze plas staat in verbinding met de Voorplas. Twee molens aan de Bergse Voorplas maalden het water vervolgens uit op de Rotte: De Prinsemolen en Broekse molen De Uil, die stond aan het einde van de Prins Bernhardkade. Het gebied werd 'ontwaterd' en zo ontstonden de polders Schiebroek en 110-Morgen

In 1780 was de Schiebroekseplas  drooggemalen. De Schiebroekse Polder (558 ha.) ligt ruim vijf meter onder NAP. De polder had tochtsloten, haaks op de molensloot. De  plaats van de molendriegang is nog steeds in de structuur van het huidige Schiebroek terug te vinden. De tochtsloten van toen zijn nu de Meidoornsingel, de Kastanjesingel en de Lindesingel.

De Prinsemolen had tot taak het bemalen van de Berg en Broekpolder. Daar kwam de bemaling van de naastliggende polders Schiebroek en 110- Morgen bij. Er was echter te weinig capaciteit om al het overtollige water weg te pompen. Regelmatig stonden dan ook de erven en de tuinen van het dorp Hillegersberg onder water. In 1881 werd De Uil vervangen door het stoomgemaal Berg en Broekseverlaat. Doordat dit gemaal veel meer maalvermogen had, kwam er einde aan de wateroverlast in Hillegersberg.

De eerste molen te rekenen vanaf de Ringdijk was de molen van Piet Maasland. Vervolgens kwam de molen van Piet van den Bos en tenslotte die van Jan Noorlander. De molens van de Schiebroekse molendriegang werden in 1913 vervangen door een elektrisch gemaal dat uitslaat op de polder Berg en Broek, waaruit een ander elektrisch gemaal het water op de Rotte brengt. De molens konden worden afgebroken en werden verkocht aan J.H. Breedveld  (n.b.: niet te verwarren met A.J. Breedveld (1873-1962), lid van gemeenteraad van Hillegersberg van 1918-1941 en wethouder van 1919-1931). In 1914 liet J.H. Breedveld de molens afbreken.

Schiebroek

Molendriegang. V.l.n.r.: boven-, middel- en ondermolen (vooraan: bovenmolen)

  Bekijken  

Schiebroek

Molendriegang. V.l.n.r.: onder-, middel- en bovenmolen (vooraan: bovenmolen)

  Bekijken  

Schiebroek

Aquarel van de bovenmolen (geschilderd in 1948)

  Bekijken