Cornelis Nicolaas Abraham (Kees, later: Nelis) Loos is geboren op 5 november 1863 aan de Nieuwe Markt in Rotterdam. Zijn vader, Goosen Loos, had in zijn jonge jaren gevaren en had voor zijn zoon ook een baan in de scheepvaart op het oog. Maar Loos ging niet naar zee en begon in 1877 op zijn veertiende te werken in het café dat zijn vader in 1860 was begonnen aan de Korte Hoogstraat 9. Hij ging toen ook nog naar school, op het Instituut Ringlever, Van Bakelstraat 25. Ook heeft Loos tekenlessen gehad op de Academie van Beeldende Kunsten. Loos trouwde in 1882 met Dina Vis en kreeg met haar negen kinderen.
Loos was een grote horecaman in Rotterdam. Hij was naast (mede)eigenaar van horecazaken o.a. ook (mede)eigenaar van een glasslijperij (1892), een bioscoop (1908) en van wijnhandels aan de Botersloot (1891) en de Benthuizerstraat (1909). Tot op de dag van vandaag is C.N.A. Loos bekend in Hillegersberg als stichter van het Plaswijckpark. In zijn jonge jaren gaf Loos als beroep aan "Koffiehuishouder", op latere leeftijd werd dit: "Directeur van Vennootschappen".
Loos was ook maatschappelijk zeer betrokken en actief in velerlei besturen en comités. Zo was hij zeer actief natuurliefhebber, roeier en zeiler. Loos was bevriend met o.a. de kunstenaars Koos Speenhof, Herman Bieling en Edema van der Tuuk. En met de ondernemer George Watson van de vijlenfabriek aan de Kleiweg.
Nog bij zijn leven, op 6 juni 1941, werd door de gemeenteraad van het nog zelfstandige Hillegersberg een straat naar Loos genoemd: de toenmalige Parklaan werd herdoopt in C.N.A. Looslaan. Loos overleed op 26 mei 1942 en is begraven in het familiegraf op de begraafplaats Crooswijk in Rotterdam.
Loos begon in 1877 op zijn veertiende te werken in het café van zijn vader aan de Korte Hoogstraat 9. Toen bleek dat de jonge Loos zelfstandig een zaak kon beheren, begon vader Loos slechtlopende cafés op te kopen om ze door zijn zoon tot bloei te laten brengen. In 1883 begon Loos zijn eigen café aan de Kaasmarkt. Een jaar na het overlijden van zijn vader, in 1890, richtte Loos aan de Botersloot een wijnhandel op, samen met zijn stiefvader B.J. Bruns. In dat jaar was Loos ook medeoprichter van de glasslijperij Weidlich & Loos aan de Benthemstraat 27-29. Loos ontwierp de ornamenten, Weidlich zorgde voor de uitvoering. Maar de glasslijperij was het toch niet, na anderhalf jaar werd deze onderneming weer verkocht.
Loos heeft, naar verluidt, in zijn jonge jaren ook enige tijd gewerkt als portier/ medewerker van een herensociëteit. Daar schijnt hij gehoord te hebben van de mogelijke aanleg van de Hofpleinspoorlijn. Ondernemer als hij op die jonge leeftijd al was, heeft hij toen grond te koop kwam nabij waar het station Hofplein zou kunnen komen, deze grond gekocht. Dat zou de basis zijn geweest van het vermogen waarmee Loos later zijn zaken en Plaswijckpark heeft kunnen realiseren.
In 1894 kocht Loos uit een faillissement in 1894 het bekende café en tuin Hollandia aan de Linker Rottekade 62-63, dan wel nummer 79 (in het telefoonboek van 1913), op de hoek van de Crooswijksesingel. Hij vergrootte het en maakte er een restaurant van, waarbij zijn vrouw kookte. In de door Loos ook gekochte binnentuin maakte Loos een kinderspeeltuin. Ook werden zalen verhuurd, waar o.a. revue- en operetteclubs repeteerden. Loos werd 'voor gek verklaard' in Hollandia te investeren, maar het werd een groot succes.
Op 26 juli 1894 dook Loos in de Rotte om twee meisjes te redden, één overleefde het. Eerder, in 1887, had Loos al eens een koetsier die met zijn paard en wagen in de Schiedamse singel was geraakt, gered. In 1900 redde hij een door het ijs gezakte jongen. Bij een brand in een sigarenwinkel aan de Jonker Fransstraat redde Loos de kinderen uit het 'winkelhuis'. Loos verwierf o.a. een bronzen en zilveren medaille.
Op 9 juni 1899 brachten Koningin Wilhelmina en de Koningin-moeder een bezoek aan Rotterdam, waar o.a. een bloemenhulde werd gebracht op het terrein Hollandia: tuin en café, dit de gehele dag ter beschikking gesteld door Loos. Loos was ook de voorzitter van de (uit 28 man bestaande) 'Regerings-Commissie' die het bezoek voorbereidde.
Loos werd in 1894 mede-exploitant van café Concordia aan de Nieuwe Binnenweg. Op de Walenburgerweg 120 was een theetuin waar Loos bij betrokken was. In 1900 opende hij het café Transvalia (het latere Victoria filmtheater en daarna Correct) aan de Benthuizerstraat 3, dan wel nummer 2a (in het telefoonboek van 1913), hoek Bergweg 108-110. De naam Transvalia had hij gekozen als eerbetoon aan de Boerenoorlog in Zuid-Afrika (1899-1902). Loos liet op de muren van het café uit eerbetoon acht tegeltableaus aanbrengen met daarop de voorstellingen van de gevoerde veldslagen, zoals de Slag aan de Modderrivier op 28 november 1899. Deze tableaus zijn later overgebracht naar het "Oorlogsmuseum van de Boerenrepublieken" in Bloemfontein. Blijkbaar valt de exploitatie van Transvalia tegen, Loos zet het café in 1902 te koop. Maar het komt daar niet van. Loos bouwt in 1907 een nieuw gedeelte aan het café aan de Benthuizerstraat 3: het wordt een bioscoop. Door H.W. Lutzke worden daar vanaf 1908 voor het eerst films vertoond; in 1910 neemt P. Vermeer de exploitatie over. Hij verandert de naam in Royal Bioscope Transvalia. Daarnaast komt er een ruim toneel en een grote zaal met een ingang aan de Bergweg. In 1935 wordt het pand ingrijpend verbouwd, het aantal plaatsen wordt verdubbeld van 400 naar 800. De bioscoop wordt omgedoopt in Victoria Theater.
Al op zijn 35ste, in 1898, kon Loos gaan rentenieren. Maar hij zag 'de kans van zijn leven' in 1902 toen hij in samenwerking met notaris Van Wijngaarden, die ook altijd de belangen van Loos' vader had behartigd, café restaurant 'Boneski' op het Hofplein kon kopen. Dit café restaurant van Fritz en Henri Boneski was een chique gelegenheid voor een welgesteld publiek. In 1903 combineerde Loos het met het 'Haagsch Koffiehuis'. Met de komst van de spoorweg van de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij (Z.H.E.S.M.) van Hofplein naar Den Haag werd ook een stationsgebouw aan het Hofplein gerealiseerd. Loos liet 'Boneski' annex 'Haagsch Koffiehuis' afbreken, gedurende 1907-1908 bouwde Loos aldaar het zo bekende nieuwe café-restaurant Loos aan het Hofplein 14/15. Tijdens de nieuwbouw oefende Loos zijn bedrijf tijdelijk uit in het Paviljoen in de Weenastraat. Café restaurant Loos is een prachtig halfrond Jugendstil gebouw dat het voorfront vormde van het Station aan het Hofplein. Het pand, van de Z.H.E.S.M., werd ontworpen door architect J.P. Stok Jzn. Het café was op de begane grond en diende als wachtkamer voor het spoor. Het restaurant was op de 1e verdieping. Het was luxe dineren: iedere avond concert: diner-orchestre". Ook was er een "afternoon tea-concert" van half drie tot vijf uur. Levende muziek bij het eten was niet ongebruikelijk in Londen en Parijs, maar een noviteit in Rotterdam. Het bleek een schot in de roos: al spoedig na de opening behoorde café-restaurant Loos tot de drukst bezochte horecavoorzieningen in Rotterdam.
Loos opende in 1908 een wijnhandel in de Benthuizerstraat. In 1912 kocht hij grand café restaurant 'Du Passage' aan de Korte Hoogstraat 11, hij verbouwde en herdoopte het in 'Restaurant Riche'. Door de goedlopende zaak aan het Hofplein kon Loos doorpakken. Loos werd eigenaar van café 'De Witte Sociëteit', een café op de 1e Weenastraat 13 en het café 'Paviljoen' op het Slagveld. In 1913 richtte Loos de 'N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Hotels, Restaurants en Koffiehuizen' op. De Maatschappij had boven 'Riche' twee etages met vergaderzalen. Loos kocht en exploiteerde diverse cafés, restaurants en hotels in de stad, hij pachtte het sociëteitsgebouw voor de horeca van diergaarde Blijdorp (1918) en zorgde daar voor toneel, opera, muziekoptredens en feesten. Overigens sponsorde Loos veel, zoals voor het Noorse kerkje (opening op 26 juli 1914) en belegde hij zijn geld in het verstrekken van leningen, in aandelen en onroerend goed.
In 1926 gaf Loos een grote lening aan Herman Philipsen een lening van ruim 40.000 gulden onder voorwaarde dat Philipsen restaurant 'Fürstenberg' aan de Nieuwstraat 14 aan hem verhuurt, waarbij Loos eventueel ook mocht onderverhuren. Op de Kruiskade 32 was Hotel Allard, het latere hotel Central. Bij dit naast bioscoop Palast (Luxor) gelegen hotel waren Philipsen en Loos ook betrokken. In 1926 werd de 'Naamloze vennootschap maatschappij tot exploitatie van hotel-, café- en restauratiebedrijven Central' opgericht.
Op 14 mei 1940 werd o.a. het café restaurant Loos aan het Hofplein door het bombardement op Rotterdam verwoest een bom viel op de kroon, door de hitte van de vlammen brandde geheel het restaurant uit. Ook het station Hofplein werd zwaar gehavend, maar dat werd gedeeltelijk hersteld. Op 4 juni 1941 verpachte de N.S. met terugwerkende kracht tot 1 mei 1941 het recht tot uitoefening van het restauratiebedrijf in de wachtkamers en restauratiezalen van het station Hofplein aan C.,N.A. Loos jr..
Loos diende in 1900 bij de gemeente Hillegersberg een bouwplan in voor een proeflokaal en slijterij met twee bovenhuizen op de hoek van de Benthuizer- en Hillegondastraat. Bij de grenswijziging van 1904 werd dit deel van Hillegersberg gemeente Rotterdam. Zo was Loos al in 1900 actief in Hillegersberg. In december 1918 verhuisde het gezin Loos van Rotterdam, nabij het café-restaurant Loos, naar Hillegersberg: Straatweg 249.
Loos reisde veel, samen met het gezin. Loos was betrokken bij de roeivereniging Nautilus. Nautilus had zijn hoofdvestiging in de stad, en had ook een vestiging in Hillegersberg. Die nevenvestiging aan het Prinsemolenpad 5 kwam er op initiatief van H.A. de Bij. Ook Loos was daarbij betrokken. De vestiging was aanvankelijk slechts een primitieve houten loods. De Bij en Loos waren ook actieve roeiers: op 13 juni 1902 wonnen De Bij en Loos de eerste wedstrijd voor Nautilus. Loos pachtte het buffet van het clublokaal aan de Nieuwe Haven en het centrum van de stad van 1902 tot 1924. In 1924 werd een nieuw clubgebouw aan de Oude Plantage geopend. Loos nam voor tienduizenden guldens deel aan de obligatieleningen die Nautilus uitgaf.
Loos kocht een stuk weiland aan de Bergse Voorplas en begon daar een nieuw project: op 10 december 1913 kreeg hij vergunning van de gemeente Hillegersberg tot het oprichten van een "tuin- en botenhuis volgens voorgelegde bescheiden". Het tuin- en botenhuis werd gerealiseerd als 'buiten' van de familie Loos. Hij kocht op 8 oktober 1913 Villa Buitenlust dat aan de overkant van de Straatweg lag, Straatweg 283. Hij vond de villa echter niet prettig als woning: te groot en te koud. Loos begon op 1 mei 1915 in de villa een theeschenkerij (en hotel-pension 1e rang) 'Theeschenkerij Plaswijck', compleet met een orkestje: een Hongaars strijkje van Kovacs Lajos, die overigens in het dagelijks leven Louis Schmidt heette. Bij mooi weer kon je in de tuin zitten en er was een wandeling van twee kilometer door het park van Buitenlust en Kweeklust aan de overkant van de Straatweg. Loos en zijn gezin gingen wonen op de Straatweg 249, 286 (Villa Margaretha) en 241. De theeschenkerij werd regelmatig bezocht door de leden van der sociëteit, veelal notabelen uit Hillegersberg en Rotterdam.
De theeschenkerij bracht Loos toch niet het succes dat hij verwachtte. Loos sloot de 'Theeschenkerij Plaswijck' op 1 september 1918, hij zette het hotel- en pensionbedrijf nog wel voort. Op 1 mei 1919 stopte Loos alle activiteiten en in 1920 verkocht hij de villa aan de gemeente Hillegersberg, die zeer toe was aan een nieuw raadhuis. Dit voor een bedrag van 10.000 gulden en een door Loos verstrekte hypotheek van 90.000 gulden. Zo werd de villa aan de Straatweg 283, op de hoek van wat toen de Parklaan heette, vanaf juni 1921 het raadhuis van Hillegersberg. De Parklaan kreeg een andere naam: de C.N.A. Looslaan.
Straatweg 266-268
Loos liet, na de verkoop van villa Buitenlust aan de gemeente Hillegersberg, villa Vogelzang bouwen, tegenover het voormalige raadhuis: Straatweg 266. Architect was L.N. Krijgsman jr. Het stuk grond was in het bezit van Loos, het was deel van de overtuin van Plaswijck. Een deel van zijn voortuin stelde Loos beschikbaar voor de bouw van een nieuwe ambtswoning voor de burgemeester van Hillegersberg, dit tegen een zeer schappelijke prijs. In 1925 werd begonnen met de bouw van de ambtswoning, burgemeester Van Kempen ging wonen op Straatweg 268.
Loos ging tot de notabelen van Hillegersberg behoren, hij werd o.a. lid van de schoonheidscommissie van de gemeente. In 1935 maakte J.J.P. Oud een plan voor de bouw van vier atelierwoningen in de achtertuin van de woning van Loos, o.a. voor Herman Bieling en Charley Toorop. Deze atelierwoningen werden echter nooit gerealiseerd omdat geen vergunning werd verkregen: strijdig met het bestemmingsplan. Loos bleef tot zijn dood in Villa Vogelzang wonen. Enige tijd woonden ook anderen op Straatweg 266: er werden Duitse militairen ingekwartierd. Vanaf 1942 woonde zijn zoon C.N.A. Loos jr. er. In 1947 werd het huis verkocht aan de chirurg Van Staveren. Villa Vogelzang is in 1993 gesloopt.
Plaswijckpark
Loos kocht water, rietland en weide aan de Bergse Plassen. Hij stichtte daar in 1923 het Plaswijckpark. En ontwikkelde het park verder om, ook minder bedeelde, kinderen te laten spelen en te laten genieten van landschap, planten en dieren. In 1937 droeg Loos het park over aan de 'Stichting Plaswijckpark'. Deze stichting ontwikkelde het Plaswijckpark verder in de geest van Loos. De toegangsprijzen waren laag omdat Loos het park zag als 'ontspanningsoord' en geen winst beoogde. "Loos' grootste voldoening is te zien dat voor velen het verblijf in het Plaswijckpark een heerlijke ure van ontspanning is. Iets te scheppen, niet alleen voor het genot van de meer gesitueerden, maar in de eerste plaats voor de minder draagkrachtigen, is het streven van de heer Loos geweest" (citaat uit 1933 van burgemeester Van Kempen bij het 10-jarig bestaan van het Plaswijckpark). In 1937 droeg hij het park over aan de Stichting Plaswijckpark. Loos was tot aan zijn overlijden lid van het bestuur van de stichting.
Veel andere initiatieven in Hillegersberg en Schiebroek
Op 21 augustus 1918 werd een boerderij en land langs de Rotte nabij de Ceintuurbaan geveild. Loos had ook interesse in enkele van de dertig percelen en verhoogde verschillende biedingen. Hij verkreeg ze echter niet.
In 1922 ontwierp de architect L.N. Krijgsman in opdracht van Loos acht woningen aan de Hooge Limiet (sectie A, no 546/547, nabij de huidige Argonautenweg). Op 16 januari 1923 kreeg Loos vergunning van de gemeente Hillegersberg om deze woningen te bouwen. Waarschijnlijk is dit niets geworden (niets van terug te vinden).
Loos was nauw betrokken bij de Coöperatieve Vereniging "Jachthaven Hillegersberg". Hij gaf kort na de oprichting in 1921 een grote lening aan de jachthaven. Loos was ook de man die in 1922 het initiatief nam de Oranje Nassaubrug (nu: Philips Willembrug) over de Rotte te laten bouwen en voor een belangrijk deel ook financierde. De architect L.N. Krijgsman ontwierp de brug en vroeg de vergunningen aan. De brug werd in 1923 gerealiseerd en maakte daarmee de tot dan bestaande pont overbodig. In 1926 kreeg Loos vergunning van Schiebroek om een landhuis aan de Ringdijk 14 te bouwen, tegenover de Rozentuin in Plaswijck, architect was L.N. Krijgsman jr.
Loos was de oprichter van de Hillegersbergse Muziekvereniging 'Juliana'. Toen Loos, in 1932, 50 jaar getrouwd was, trad de muziekvereniging op. In november 1933 vierde Loos zijn 70ste verjaardag in Plaswijck. Bij die gelegenheid omschreef de N.R.C. hem als een "opvallend correct gekleeden man, zomers altijd in versch geperste pakken, bloem in het knoopsgat, blootshoofd, veerkrachtig, puntbaard vlossig gesoigneerd". Hij hield ook duidelijk van het goede leven, zoals de menukaarten bij diverse feestelijke gelegenheden aangaven. Voor de viering van zijn verjaardag vormden zijn vrienden een comité dat in enkele weken meer dan 500 bijdragen ontving. Besloten werd een klok in de tuin aan te bieden, waarvoor Herman Bieling het ontwerp maakte. Deze klok kreeg na het overlijden van Loos een plaats op het terras van het Plaswijckpaviljoen, later werd de klok overgebracht naar het Plaswijckpark, waar de klok aanvankelijk bij de toenmalige ingang stond.
Door het Plaswijckpark werd Hillegersberg weer het ontspanningsoord zoals het vroeger was ten tijde van Freericks. In 1937 kocht de gemeente Hillegersberg Plaswijck, richtte de Stichting Plaswijckpark op en breidde het park vervolgens verder uit.
Kinderen
C.N.A. Loos en zijn vrouw hadden negen kinderen, onder wie C.N.A. Loos jr. Loos jr. (1888-1950). Hij diende bij de marine, na die tijd volgde hij zijn vader op als exploitant van het café-restaurant Loos aan het Hofplein. Loos jr. woonde met zijn gezin op verschillende adressen in Hillegersberg: Bergluststraat 3, Straatweg 266 en C.N.A. Looslaan 6. Hij was ook bestuurlijk actief in Hillegersberg, o.a. als bestuurslid van Het Zwarte Plasje (1915-1925).
1901 Transvalia, Bergweg/ Benthuizerstraat op de grens van het toenmalige Hillegersberg en Rotterdam.
1912 Villa Buitenlust, Straatweg 183, door de toenmalige bewoner Villa Sweet-home genoemd, in 1913 gekocht door Loos.
1915 Opening Theeschenkerij Plaswijk, Straatweg 183, op 1 mei, Nieuwe Rotterdamsche Courant, 29 april.
1922 Straatweg 268 (ambtswoning) en daarachter Villa 'Vogelzang', Straatweg 266, vanaf 1918 woonhuis C.N.A. Loos
Villa 'Vogelzang', Straatweg 266, vanaf 1918 woonhuis C.N.A. Loos (gesloopt in 1993)
1939. Monument/ plaquette van C.N.A. Loos gemaakt door Edema van de Tuuk, aangeboden door de Stichting Plaswijckpark
1939. Monument/ plaquette van C.N.A. Loos gemaakt door Edema van de Tuuk, aangeboden door de Stichting Plaswijckpark